honing soorten

In de regel hebben wij de volgende soorten honing:

koolzaad
Deze honing wordt gewonnen in mei van koolzaadvelden in Drenthe. Deze honing kristalliseert heel snel, soms al in de raat! Wij verkopen het dan ook alleen als crèmehoning. De smaak van koolzaadhoning is zacht en vriendelijk, kleurloos tot licht gelig.

lente of voorjaarshoning
In april en mei bloeien er heel veel drachtplanten in onze tuinen. Vaak zijn de hoeveelheid bloemen te klein om specifieke honing van te oogsten. Ook volgt de bloei van de verschillende planten elkaar te snel op. Belangrijke leveranciers van nectar in het voorjaar, die ook nog eens in voldoende aantallen bloeien, zijn wilg, alle fruitbomen, paardenbloem en kastanje. Deze honing kristalliseert ook, maar niet zo snel als koolzaadhoning. Deze honing is erg geliefd in vloeibare vorm. Maar natuurlijk maken we hier ook crème-honing van. Ook lente honing is aangenaam zacht, soms iets pittig van smaak, iets kenmerkender dan koolzaadhoning. De kleur is licht goudgeel.

acacia honing
In de tweede helft van mei bloeit de acacia (Robinia pseudoacacia) met groet witte trossen bloemen. Acacia’s kleuren dan soms helemaal wit. Als het warm genoeg is leveren deze bomen een heerlijk honing. Licht van kleur en dun vloeibaar. Deze honing wordt erg gewaardeerd omdat ze zoeter is dan de meeste andere soorten. Dat komt omdat deze honing relatief veel vruchtensuiker (fructose) bevat. Deze honing kristalliseert meestal nauwelijks.

zomer/lindehoning
Nadat de laatste kastanjeboom is uitgebloeid is er een periode van 2-3 weken waarin er geen dracht is. Er bloeien te weinig bloemen zodat de bijen geen overschot kunnen halen. Na deze drachtpause komt de zomerdracht. Er bloeien ook dan veel heel veel bloemen waar de bijen op vliegen, maar veelal niet massaal genoeg om een overschot te kunnen halen. Dat kan over het algemeen alleen als er veel witte klaver of linde in de buurt staat. Vooral de linde is belangrijk voor de zomeroogst. Zomerhoning met veel lindehoning kristalliseert maar heel langzaam, als er meer witte klaver in zit veel sneller. Zomerhoning is donkerder en wat sterker van smaak dan voorjaarshoning. De kleur is licht geel tot amberkleurig.

honingdauwhoning
In sommige jaren zijn er veel bladluizen. Bladluizen produceren een suikerhoudende afscheiding, honingdauw. Door de bosmieren worden deze luizen gemolken en de honingdauw wordt gebruikt in het mierennest. Als er in een dennenbos veel mierenhopen te vinden zijn, dan zijn er ook veel bladluizen. In sommige zomers produceren de bladluizen zoveel honingdauw dat ook de bijen deze gaan verzamelen. Dit honing noemen we boshoning, bladhoning of honingdauwhoning. Ze heeft een heel bijzondere en fijn smakende honing, die erg donker is van kleur. In Nederland is deze honing weinig bekend, maar in het buitenland zeer geliefd en bekend onder termen als Waldhoning, of Miel de Sapin.

struikheide

heidehoning
Dit is de topper onder de Nederlandse honing. Heeft een sterk aromatische geur, een krachtige smaak en is roodbruin/amberkleurig. Pure heidehoning bevat een stofje waardoor het een gelei wordt (thixotropie): je kunt de pot op zijn kop houden zonder dat de honing er uit loopt. Is het eenmaal geroerd dan blijft het een tijdje vloeibaar, maar na 1 á 2 dagen stijft het weer op. Heidehoning kristalliseert langzaam, met grove kristallen. Omdat heide laat in het seizoen wordt geoogst bevat het meestal iets meer water (tot 23%) en is daardoor minder lang houdbaar. Wij bewaren onze voorraad in de vrieskist, daar blijft het goed.